Alles wat je hier leert is een richtlijn. Elke pup en baas zijn anders. Wat je hier leert is de basis. Dat is belangrijk voor jonge pups. Als ze wat ouder worden en ze hun plek goed kennen, kan je ze wat meer vrijheid geven. Als je merkt dat hij je gaat uitdagen of hoger in de rang probeert te komen, neem je een stapje terug, denk maar aan terug naar de basis. Zo is dat ook met andere dingen. Houdt er ook rekening mee dat het niet altijd goed gaat. Als ze in de pubertijd komen kan het er heel anders uitzien. Neem dan een stapje terug.

Mocht je het niet zeker weten, neem dan contact op met de hondentrainer en stel je vraag. Het kan namelijk ook zijn dat je denkt dat het goed gaat maar dat er een klein dingetje is wat je zelf niet door hebt dat de druppel voor de hond kan zijn. Ze gaan door allerlei fases heen zoals tanden wisselen. Het gaat nooit in een stijgende lijn maar altijd met pieken en dalen. Bij volwassen honden werken sommige dingen anders.

Bench

De bench is voor sommige honden nieuw, andere honden hebben het al in het nestje gehad. De pups die een bench bij de fokker al hebben gehad, zullen makkelijker in de bench gaan en zich comfortabel daarin voelen. Voor de pups waar het nieuw voor is heb je wat meer geduld nodig en kan je de tips van hieronder vast wel goed gebruiken. Als je de pup net in huis hebt is het aan te raden om eerst een paar dagen op de bank te slapen. Neem de pup liever niet mee naar boven want dan wordt het steeds lastiger om de pup beneden te leren slapen en alleen te zijn. Met sommige rassen heb je meer geduld nodig. Denk hierbij aan een Beagle, die normaal in grote roedels leven. Hieronder wat tips over wat je het beste wel of niet kan doen. Let op: wat hieronder staat geldt niet voor elke pup.

Fout

• Praten en schuldig voelen dat de pup in de bench moet blijven
• Bench als straf
• Een onrustige/gespannen pup in de bench zetten om tot rust te laten komen kan helpen maar let op dat het geen straf wordt. Komt hij tot rust werkt het wel
• De hele bench gelijk geven. Dan heeft de pup zoveel ruimte dat hij zijn behoefte erin doet. Door de bench kleiner te maken gaat de pup sneller aangeven wanneer hij zijn behoefte moet doen omdat hij zijn nest niet wil bevuilen
• Na 19:00 drinken weghalen, anders houdt hij de hele nacht minder goed vol

Gedrag:

• Graven
• Gapen
• Piepen
• Blaffen
• Behoefte doen in de bench
• Bijten aan de tralies
• Slopen van spullen in de bench

Goed

• Als de pup rustig is doe je het deurtje dicht
• Positieve ervaring ervan maken
• Eten geven in de bench zou kunnen
• Kluifje geven
• Wekkertje in bench. Klinkt als de hartslag van de moeder en of nestgenootjes
• Bench afzetten, zodat hij er precies in past om te voorkomen dat hij zijn behoefte erin doet (zie foto)
• Geef het commando blijf en loop zelfverzekerd weg
• Goeie routine op een dag zodat de pup ook weet wanneer het ‘bedtijd’ is

Gedrag:

• In rust in de bench zijn
• De pup gaat zelf naar de bench om te rusten
• Lang slapen en haalt de nachten door
• De pup gaat rusten terwijl het deurtje open staat
• Pup ziet de bench als een veilige plek

Ruimte claimen

Een hond heeft behoefte aan ruimte om zich heen onder andere als hij aan het eten is of zijn behoefte doet. Komt de ander te dicht bij de voerbak en leert de hond niet van jongs af aan dat je met de hand in de bak mag, zal hij uit kunnen gaan vallen, grommen of zijn tanden laten zien om het eten te beschermen. Als je dan je hand wegtrekt geef je hem gewonnen waardoor de baknijd alleen maar ergens kan worden. Wees er dus op tijd bewust van. Dan is het nog goed zelf op te lossen.

Denk ook aan als een kind in de bench/mand gaat bij de hond, kan de hond dit als niet fijn ervaren, want het is zijn veilige plek en het kind komt in de persoonlijke ruimte van de hond. Gun je hond ook een plekje waar hij kan slapen en met rust gelaten wordt.

Je hond kan ook voorwerpen gaan claimen, denk aan dat de pup elk takje op straat in de bek vastpakt of een leeg pakje vindt. Het hoeft niet meteen claimen te zijn want ze ontdekken ook met hun bek. Je kan deze ruimte opeisen door met je hand over het voorwerp te gaan. Je blokkeert hierdoor als het ware dat de hond bij het voorwerp kan. Gaat de hond happen of krabben aan je hand, raak jij de hond even aan in de flank of nek. Dit is ook het goed corrigeren. Als de pup wegloopt of zijn kop neerlegt of wegdraait is het aangekomen. Je geeft het commando ‘laat, nee, uh’. Als de pup het commando kent kan je het commando geven als de pup iets wil gaan pakken.

Deze moeder beschermt haar pups. Ze doet niet lelijk naar de andere hond maar laat haar grens zien en corrigeert de hond omdat hij niet luisterde naar de voor signalen die de moeder al had gegeven. Ze hapt naar de hond, dus dat is hetzelfde als dat je met je hand de hond even aanraakt. Ze zou dit ook bij haar pups doen als die iets doen wat niet mag

Goed corrigeren

Corrigeren is het aangeven van grenzen in de hondentaal. Onder de honden zie je dat dit veel gebeurd. Een hond loopt met een stok, een andere hond komt daarbij, de hond met de stok begint te grommen en als de hond toch naar de hond met de stok gaat, wordt hij gecorrigeerd.

Nog een voorbeeld: je loopt in het bos, 1 hond blijft staan, terwijl de andere hond over de grond schuift, oren plat in de nek, maar zo dicht mogelijk bij de andere hond komt en helemaal opgewonden is. Dit wordt gecorrigeerd, omdat de hond te opdringerig is. De hond laat de tanden zien en hapt eventueel na. (Dit doet niet elke hond). Daarom is het fijn dat jij dit ook bij je eigen hond kan doen. Als je een kleine hond hebt kan je met 2 vingers en anders zoals op de foto grenzen aangeven. Bij de eerste les leer je dit met bijvoorbeeld een stokje. Op deze manier corrigeer je bijvoorbeeld als de hond jou hapt als je iets wil weg nemen zoals hierboven staat beschreven.

Fases

Inprentingsfase
0 - 3 weken. Het is aan de fokker om te pups voor te bereiden op het nieuwe huis. De een is daar meer mee bezig dan de ander. Waar komt jouw pup te wonen en kies de juiste fokker. Woon je op een boerderij dan is het prima om een hond van een boerderij te nemen. Deze is gewend aan ruimte, bepaalde geuren en geluiden. De meeste mensen willen een huishond. Dan is het fijnst om een pup te nemen die in huis opgroeit en bekend is met de huiselijke geuren en geluiden.

Eerste socialisatie
4 - 12 weken. Deze fase is een deel bij de fokker en een deel bij jou. Het is heel fijn als de fokker de pups al aan bepaalde dingen blootstelt. Juist als pups samen zijn gaat het sneller. De fokker kan de pups al meenemen in de auto, langs een drukke weg zitten, naar het bos gaan, dierenarts etc. Maar ook aan jou de taak om de pup van alles te leren. Neem je pup zo snel mogelijk mee naar het bos. Voor de 12 weken prik kan je de pup optillen en op een plek neerzetten waar honden niet meer zoveel behoeften doen. Dus niet aan de randen van het park of bos. Hier kunnen ze leren omgaan met verschillende honden. Eindig dit altijd positief. Is het even negatief omdat het teveel wordt of een hond te hard speelt, loop even met elkaar op tot beide honden ontspannen zijn. Als je pup je vertrouwt en jou in de gaten houdt, laat hem het liefst zo snel mogelijk los. Hij vindt alles spannend en kent alleen jou. Jij bent zijn veiligheid. Daardoor zal hij altijd bij jou terug komen. Houd je de pup te lang aan een lijn zal het loslopen steeds moeilijker worden. Voor honden die uit het buitenland komen of een herplaatser werkt het anders.
Waar socialiseer je de pup mee onder andere:

• Auto
• Dierenarts
• Lift
• Openbaar vervoer
• Honden en verschillende dieren
• Mensen en kinderen alle leeftijden
• Alles wat jij in het leven van je pup wel eens zal gaan doen

Tweede socialisatie
3 - 6 maanden. In deze fase hebben de pups veel herhaling nodig. Ze zijn nu gevoeliger en kunnen zelfs wat angstiger worden. Belangrijk is om alles positief te eindigen en voorwaartse bewegingen maken. Zijn ze bang voor een vuilniswagen? Loop dan een stukje er achteraan zodat de ervaring vooruit en positief is.

Bezoek

Wees ervan bewust dat je hond niet per se blij is om mensen te zien maar opgewonden. Hij weet zich even geen houding te vinden. Dat zorgt ervoor dat hij maar wat gaat doen. Door eerst je hond te negeren straal je rust uit. Hierbij voelt je hond zich veiliger want hij kan tenminste nadenken. Met zijn neus kan hij ruiken wie er binnen komt. Hij hoeft dus echt niet tegen iemand aan te springen of eerst een aai over zijn kop te krijgen. Pas als hij rustig is kan je hem aandacht geven. Dit zorgt voor een rustige en ontspannen omgeving. Je negeert niet je hond als je binnen komt maar je negeert het gedrag. Zeker door te gaan praten maakt een hond extra opgewonden. Dit geldt ook voor als er bezoek komt. Je wil wel dat je vrienden en familie gewoon op bezoek kunnen komen.

Hoe leer je het aan. Je komt thuis en loopt gewoon naar binnen toe. Als je hond voor je staat negeer je hem. Dus je praat niet tegen hem, kijkt hem niet aan, raakt hem niet aan en loopt gewoon door. Juist als je in een lekker tempo doorloopt heeft hij de kans niet om op te springen. Wacht het moment af tot hij gekalmeerd is. Een ontspannen hond mag beloond worden. Dus als hij rustig is krijgt hij aandacht. Dit is dan jullie moment samen. Dit geldt dus ook voor bezoek. Vraag desnoods eerst wat mensen die mee willen helpen met oefenen zodat je pup leert wat de bedoeling is. Laat deze mensen een paar keer binnen komen tot hij het snapt en niet meer wild op de mensen af komt stormen en eventueel opspringt. Dit geldt ook voor mensen op straat. Laat vooral niet alle mensen je pup aaien. Hij moet ook leren dat niet alle mensen van honden houden en er niet altijd gelijk geaaid hoeft te worden. Over dit onderwerp gaan we later mee verder.

Als je kijkt hoe volwassen honden het onder elkaar doen is het op een strenge maar rechtvaardige manier. Elke hond of pup die op een andere hond af komt stormen en veel te druk is wordt gecorrigeerd. Pups tot aan de puberteit worden op een zachte manier geleerd dat bepaalde dingen niet mogen De pup moet respect hebben en dan kan er contact worden gemaakt.